Na deze module ben je in staat om de volgende handelingen uit te voeren:
Netwerk kabel maken en aansluiten
Router configureren
Je kan de commando's IPConfig gebruiken en de resultaten interpreteren
Je kent de begrippen: firewall, router, switch, modem, DHCP/DHCP Server, DNS, IP adres, MAC adres/Physical Address, SMTP adres, IoT, 3G/4G/5G, Bluetooth, WiFi, GPS, LAN, WAN, GSM
Wat zijn Ethernetkabels?
Ethernetkabels zijn speciale kabels die apparaten met elkaar verbinden.
Ze werken als een soort “snoer” tussen bijvoorbeeld computers, printers, en internetkastjes.
In tegenstelling tot draadloos internet (zoals wifi), gebruiken Ethernetkabels een directe kabelverbinding.
Waarom zijn ze belangrijk?
Ethernetkabels zijn onmisbaar voor het thuis- of bedrijfsnetwerk.
Ze zorgen ervoor dat apparaten snel en betrouwbaar met elkaar kunnen communiceren.
Denk aan het versturen van bestanden, surfen op internet, of online gamen.
Kortom, Ethernetkabels zijn als de “snelwegen” van het internet in jouw huis of op school!
Een ethernetkabel met RJ45 stekker
De acht aders, in paren getwist
Een Ethernet/LAN-kabel wordt ook wel een UTP-kabel genoemd. UTP staat voor Unshielded Twisted Pair. Dit betekent dat de kabel bestaat uit acht kleine kabeltjes (aders) die in paren in elkaar gedraaid zijn. Deze gedraaide paren zorgen ervoor dat de kabel minder last heeft van storingen van buitenaf.
Deze kleine kabeltjes zijn verbonden met een RJ45-stekker, die de standaard is voor alle Ethernetkabels. De volgorde waarin de kabeltjes in de RJ45-connector zitten, is belangrijk. Elk kabeltje verzendt of ontvangt namelijk een ander soort data. Als de kabels verkeerd zijn aangesloten in de RJ45-connector, zal de kabel niet goed werken. Zorg er dus altijd voor dat de volgorde correct is! 😊
Er zijn verschillende categorieën ethernetkabels met elk een specifiek doel en capaciteit. Laten we eens kijken naar de meest gebruikte kabels:
Cat5e en Cat6 kabels: Dit zijn de meest algemeen gebruikte kabels. Ze bieden voldoende kwaliteit voor internetverkeer thuis of in kleine bedrijven.
Cat3 kabels: Deze zijn geschikt voor alarmsystemen met weinig verkeer.
Cat 7 en Cat8 kabels: Deze worden gebruikt in gigantische datacenters. Ze kunnen enorme hoeveelheden data verzenden, zelfs over langere afstanden.
Je kunt de soort kabel aflezen van de markeringen op de kabel zelf. Zo weet je altijd welke kabel je gebruikt!
Je kunt zelf internetkabels maken. De video hieronder laat goed zien hoe dat werkt.
Verdere instructie in het Nederlands en benodigdhedenlijst volgt!
De juiste volgorde van de aders in de RJ45 stekker.
Algeneme uitleg IP-adressen.
en de details voor nerds :)
In de CLI staat alleen tekst. Het is belangrijk dat de prompts die je typt kloppen en geen spelfouten bevatten. Het programma is hoofdlettergevoelig en werkt met specifieke termen.
Enkele voorbeelden:
ipconfig
ping google.com
ping 172.217.17.78
tracert 172.217.17.78
Ping is een command prompt om te controleren of jouw internet goed werkt en om netwerkproblemen op te lossen. Ping staat voor Packet InterNet Groper. Met deze prompt kunnen ICT'ers op afstand netwerkproblemen opsporen en identificeren. Achter de ping command moet een adres komen te staan. Dat kan bijvoorbeeld een website zijn, maar ook een IP-adres, zoals die van jouw PC of router.
Ipconfig is een prompt die de IP-adresgegevens voor jou opzoekt. De computer vertelt jou dus precies op welk adres je op dat moment zit. Ook vertelt de prompt via welke weg je precies verbinding maakt met het internet en via welke server je verbonden bent. De volgende informatie is belangrijk:
IP Address …. :
Subnet Mask ….:
Default Gateway…..:
Er zijn verschillende opties voor het in gebruik nemen van een router. Je hoeft deze namelijk niet aan te sluiten op het internet om een locale connectie te maken (LAN). Niet alle LAN netwerken zijn namelijk automatisch via internet verbonden. Via een internetloze connectie kun je bijvoorbeeld verschillende apparaten aansturen of bestanden verzenden naar verschillende computers, printers of servers. Alleen als je een internetverbinding wil maken met de router heb je een fysieke connectie met een internetkabel nodig van het bedraad netwerk naar de router.
TPLink router
Poweradapter voor de router
2 ethernetkabels
Internet poort van een bestaand netwerk
Laptop
Een TP-Link router
Om jouw router in gebruik te nemen moet je een fysieke connectie maken met jouw router en inloggen op de software die erbij hoort. In de software omgeving van de router kun je alle instellingen veranderen en deze klaarmaken voor gebruik van internet.
Pak de router en sluit deze aan op de stroom. Zet de router aan en wacht een paar seconden tot er een aantal lampjes branden.
Achterop de router zit een reset knopje. Druk deze ongeveer 10 seconden in tot de lampjes voorop uitgaan en opnieuw aan gaan of knipperen. (Soms is de reset knop een gaatje dat je in moet drukken met een paperclip.)
Sluit de laptop aan op een UTP kabel. Het andere einde van de kabel sluit je aan op een gele poort op de router. (Nog niet in de internetpoort steken!)
Zet de wifi op jouw laptop uit
Open een internetbrowser en typ in de zoekbalk of het IP adres 192.168.0.1 of het volgende adres: tplinkwifi.net
Als de router goed gereset is moet je een account en wachtwoord invullen. De standaard instellingen staan onderop de router.
Nu ben je als het goed is ingelogd in het systeem van jouw router
Je kunt nu de instellingen van de router veranderen. Hier zijn veel mogelijkheden, zoals het veranderen van de functie van de router naar een accesspoint, de inloggegevens, de naam en het wachtwoord van het netwerk en welke sites iemand op het netwerk niet mag bezoeken.
Veranderen admin gegevens: Open het tabblad System Tools --> Password. Kies nu een nieuwe gebruikersnaam en wachtwoord voor de router.
Veranderen netwerknaam: Ga naar het tabblad Wireless. Verander daar de naam van de router. Dit is de naam die mensen zien als ze draadloos zoeken naar jouw netwerk/router.
Veranderen netwerk wachtwoord: Ga naar het tabblad Wireless Security (nog steeds binnen ‘wireless’). In de WPA/WPA2 security instellingen vindt je de optie om een wachtwoord in te voeren. Dit is het wachtwoord dat mensen moeten invullen als ze draadloos willen verbinden met jouw router.
Veranderen IP adres: Onder het tabblad Network --> LAN kun je het IP adres van jouw router veranderen. Hierbij is het verstandig om alleen de laatste twee bytes te veranderen als je dit graag wil. De eerste twee cijfers gaan over poort functies. Het liefst verander je alleen het laatste nummer naar iets tussen de 0 en 255.
Webadressen blokkeren: Ga naar Parental Controls. Onderin het scherm kun je webadressen toevoegen die mensen met toegang niet mogen bezoeken.
Om een internetverbinding te krijgen moet je de router ook verbinden aan een werkend bekabeld netwerk. De router moet dan wel aan het netwerk blijven liggen. Als je hem loskoppelt verlies je verbinding. Aan de andere kant kun je dan wel vanaf ieder ander apparaat draadloos verbinding maken met het netwerk.
Steek een stekker in een internetpoort van het netwerk. Het andere einde steek je in de blauwe poort op de router.
Ga naar Quick Setup in jouw router omgeving.
Doorloop daar de stappen
Kies voor Dynamic IP (uitleg statisch IP adres komt later)
Kies in het volgende scherm voor de optie: ‘No need to clone MAC address'
Als je al een naam had gekozen voor jouw router staat deze hier al. Zo niet, vul een eigen naam in voor jouw netwerk.
Geef jouw netwerk hier een veilig wachtwoord. Als je deze al ingesteld had staat deze hier al ingevuld.
Controleer de gegevens en druk op ‘Save’
De router gaat nu instellingen klaarmaken en doorloopt een checklist.
Klik op ‘Finish’
Je hebt jouw router nu verbonden aan het netwerk. Je kunt de router nu loskoppelen van jouw laptop.
Het icoon van de Terminal of PowerShell app
Op de computer kun je veel informatie vinden die over jouw systeem of netwerk gaat. Hiervoor kun je in een Command-Line Interface (CLI) opdrachten uitvoeren. Die opdrachten noemen we "prompts". Je kunt verschillende CLI apps vinden door in de zoekbalk van jouw Windows laptop/PC één van de volgende termen in te typen:
Terminal
PowerShell
Met de informatie uit de ipconfig command prompt kun je zelf een netwerk configureren met een Wifi router en kun je een statisch IP-adres maken. Dit betekent dat het IP-adres altijd hetzelfde is, ook al ga je tijdelijk weg van het netwerk, of zet je de computer of printer uit. Als een IP-adres statisch is, en dus altijd hetzelfde blijft, kun je die makkelijk terugvinden via andere apparaten en verbinding maken. Ook kun je aan één specifiek adres bepaalde rechten toewijzen. De PC’s op het MVI plein hebben bijvoorbeeld allemaal een statisch IP-adres. Zo kan de ICT afdeling de PC makkelijk identificeren, terugvinden of problemen oplossen, ook van een afstand.
Het instellen van een statisch IP adres voor de router kun je doen terwijl je de router configuratie doorloopt. (Zie kopje hierboven.) In plaats van te kiezen voor 'Dynamisch IP' kies je voor 'Statisch IP'. Hierna moet je verschillende gegevens invoeren die je met de prompt ipconfig in de CLI kunt vinden.
Voor het instellen van een statisch IP-adres van jouw PC of laptop kun je de volgende instructievdieo bekijken.
Instructievideo (Engelstalig!) voor het instellen van een statisch IP-adres:
Een overzicht van de meest voorkomende stekkers van verschillende devices en randapparatuur.